Voorkeurshouding bij je kindje, tips die helpen!

In het eerste levensjaar van een baby kan de schedel nog makkelijk vervormen, omdat je baby het meeste groeit. Hierdoor kan de schedel ook makkelijk vervormen op het moment dat je kindje vaak op dezelfde kant ligt. De schedel plat op dat vlak het meeste af. Gelukkig heeft dit geen effect op de hersenen. Om ervoor te zorgen dat de schedel niet teveel afplat, moet je de voorkeurshouding wel zien te voorkomen of opheffen. Als de schedel al een beetje vervormd is, kunnen oefeningen en tips ook helpen de schedel afplatting weer te normaliseren.

Soms ligt een kindje graag in een voorkeurshouding omdat er een fysieke reden voor is. Bijvoorbeeld door pijn. Denk je dat jouw kindje met een reden altijd dezelfde kant op ligt, geef dit altijd aan bij het consultatieburo. De consultatieburo arts, je huisarts of de kinderarts kan je kindje extra checken. Gelukkig komt het weinig voor. Is er toch misschien een fysieke oorzaak, dan kan je doorverwezen worden naar een kinderfysiotherapeut. Zij kan je kindje nog beter checken en advies geven.

Meestal verzorg je je baby tijdens het aan-en uitkleden en de luier verschonen vanaf de zijkant. Probeer eens te kijken of je je kindje recht voor je op het aankleedkussen kan laten liggen en de luier op die manier kan verschonen. Wanneer je contact wil maken met je kindje, zal hij of zij het hoofd in het midden moeten houden, wat een goede oefening is voor het versterken van de nekspieren. Dit noem je verzorgen van je baby in de middenlijn.

Als je voeding gaat geven let dan ook op de houding. Vaak wissel je bij borstvoeding wel regelmatig van kant. Geef je flesvoeding dan adviseer ik je ook van kant te wisselen. Dus de ene keer aan de linkerzijde en de andere keer aan de rechter arm. Bij flesvoeding kan je ook je kindje op je benen leggen, recht voor je. Steun je voeten op de salontafel, een krukje of de bank. Deze houding is niet te adviseren als je kindje juist aan de achterzijde van het hoofdje platter wordt.

De nekspieren van je kindje worden langzaam sterker. Je kunt dit heel makkelijk zelf oefenen met je kindje. Leg je kindje eens op de buik. Eerst kort en steeds een klein beetje langer. Er gaat werkelijk een wereld voor je kindje open. In de buikligging kunnen kindjes veel leren en ontwikkelen. Ten aanzien van een voorkeurshouding zijn deze spieren heel belangrijk. Als de nekspieren sterk zijn, kan je kindje makkelijker zijn hoofdje draaien. Als je ermee begint zal je kindje het zwaar vinden. Dat geeft niet en houdt het dus kort. Je kant je kindje helpen door een handdoekrolletje of voedingskussen onder het buikje te leggen.
Iets minder zwaar voor je baby is het als je jouw kindje op de buik op jouw borst legt. Zak zittend een beetje naar beneden, zodat je wat onderuit zakt. Je kindje hoeft iets minder ver het hoofdje op te tillen. Heel leuk en fijn van deze houding is dat je elkaar aan kunt kijken.

Let eens op als je jouw kindje draagt. Wat doet je kindje met het hoofdje? Meestal zal je kindje de wereld inkijken en het hoofdje van jou wegdraaien. Let ook eens op als je je kindje over je schouder legt of tijdens een andere houding. Welke kant draait het hoofdje op? Dit kan je dus veranderen. Draag je kindje eens op de andere arm of leg je kindje op je andere schouder. Dragen van je kind op je rechterarm, daar zal je meer het draaien van het hoofd naar rechts stimuleren. Je kindje tegen je borst aanhouden met het hoofdje vooruit is ook een hele mooie houding. Zo kan je kindje zelf naar links en rechts draaien, zonder dat het heel veel kracht kost.