Voorkeurshouding, dit kan je er zelf tegen doen
Soms kan het zijn dat je baby voornamelijk naar één kant kijkt. Dit kan naar rechts of links zijn, maar ook kan je baby continu met zijn hoofd in het midden liggen. Wanneer een kind meer dan 75% van de tijd naar één kant kijkt, noemen we dat een voorkeurshouding. In deze blog leg ik je uit wat het is en geef ik je tips hoe je de niet-voorkeurskant stimuleert.
Wanneer kan het optreden?
Het eerste jaar is de schedel van een baby het meest vervormbaar, omdat de schedel dan de grootste groeiontwikkeling doormaakt. De schedel kan dan wanneer het hoofd van je kindje grotendeels naar rechts, links of in het midden ligt een afplatting van de schedel krijgen. Dit heeft echter geen gevolgen voor de ontwikkeling van de hersenen. Wel is het belangrijk om zo snel mogelijk te kijken of je door middel van oefeningen en handige tips in de verzorging de voorkeurshouding kan opheffen. Zo kan de afplatting afnemen en de schedelvorm weer normaliseren.

Hoe ontstaat het?
Voorkeurshoudingen en afplattingen van de schedel zijn fors toegenomen sinds de lighoudingen van de pasgeboren baby’s tijdens slapen alleen in rugligging wordt geadviseerd. Dit advies heeft te maken met de veiligheid van de pasgeboren baby en het risico op wiegendood onder andere door andere lighoudingen. Daarnaast veroorzaakt eenzijdige verzorging, voeden en dragen/tillen een vergroot risico op het ontwikkelen van een voorkeurshouding en afplatting van de schedel.

Fysieke oorzaak uitsluiten
Een klein deel van de voorkeurshoudingen en afgeplatte schedeltjes kan worden verklaard door een fysieke oorzaak. Als hier een verdenking op is, is het belangrijk dat deze uitgesloten wordt. Dit kan de consultatiebureau arts, huisarts of kinderarts doen. Indien de kinderfysiotherapeut een vermoeden heeft op een fysieke oorzaak, zal ze jullie altijd doorverwijzen.
Zo kan je de niet-voorkeurskant stimuleren
Mocht je bij je baby zien dat deze grotendeels naar een kant kijkt, dan kunnen de volgende tips bij de verzorging, het tillen en dragen zeker helpen. Tijdens het verzorgen, tillen en dragen probeer je de niet-voorkeurskant te stimuleren. Enerzijds zullen de nekspieren versterken en anderzijds zal je baby zijn of haar hoofd meer draaien en bewegen naar de niet-voorkeurskant. Hierdoor zal het hoofd minder op de voorkeurskant liggen en daardoor minder druk op die kant van de schedel geven.

Zo pak je het aan
- Verschonen.
Meestal verzorg je je baby tijdens het aan-en uitkleden en de luier verschonen vanaf de zijkant. Probeer eens te kijken of je je kindje recht voor je op het aankleedkussen kan laten liggen en de luier op die manier kan verschonen. Wanneer je contact wil maken met je kindje, zal hij of zij het hoofd in het midden moeten houden, wat een goede oefening is voor het versterken van de nekspieren. Dit noem je verzorgen van je baby in de middenlijn.

- Voeden.
Wanneer je borstvoeding geeft, voedt je afwisselend beide kanten. Als je flesvoeding geeft aan je kindje probeer dit dan ook eens af te wisselen en de voeding af te wisselen op je rechter- en of linkerarm. Ook een goede optie is om je baby, recht voor je schuin op je opgetrokken benen neer te leggen. En je je voeten op de bank of een tafel laten steunen. Op deze manier geef je je kindje de fles in de middenlijn en kan je ook contact maken wanneer je baby zijn of haar hoofd in het midden kan houden en dus ook weer de nekspieren kan versterken.

- Nekspieren trainen.
Op de buik liggen is een houding waarin je baby veel kan leren en ontwikkelen. Ook ten aanzien van een voorkeurshouding is dit een houding waarin de nekspieren kunnen versterken en ook het draaien van het hoofd geoefend kan worden. In het begin zal je baby het vaak zwaar vinden om het hoofd op te tillen van de onderlaag. Naast je baby op de buik te laten liggen op bijvoorbeeld het aankleedkussen zijn er meerdere mogelijkheden om de buikligging te oefenen. Om het wat minder zwaar te maken voor je baby, kan je zelf schuin tegen de bank aan gaan zitten en je baby op je borst op zijn of haar buik laten liggen. Doordat jij schuin zit, is het voor je baby minder zwaar om in deze houding zijn hoofd op te tillen. Ook fijn in deze houding is het contact tussen jou en je kindje wat de hechting tussen jullie beiden vergroot. Ook kan een rolletje of voedingskussen de buikligging minder zwaar maken.

- Dragen.
Meestal zal een kindje wanneer hij of zij gedragen wordt op de arm de omgeving willen zien en zijn hoofd van je af draaien. Dit geldt ook wanneer je je kind omhoog houdt tegen je schouder om een boertje te laten tijdens en/of na het voeden. Dan zal je kindje ook zijn of haar hoofdje meestal wegdraaien. Hier zou je mee kunnen oefenen. Dragen van je kind op je rechterarm, daar zal je meer het draaien van het hoofd naar rechts stimuleren. Een boertje geven op jouw rechter schouder, daar zal je meer het draaien van het hoofdje naar links mee stimuleren. Ook kan je je baby half zittend met zijn of haar rug tegen je borst/buik dragen. Je baby kan zo makkelijk naar rechts en/of links kijken of juist proberen zijn hoofd in het midden te houden.
Merk je dat jouw kindje een voorkeurskant ontwikkeld of heeft, start dan met het stimuleren van de niet-voorkeurskant. Dit kan je doen bij het verschonen, voeden, de buikligging of als je je kindje draagt.
Mocht je nog vragen hebben na het lezen of meer informatie willen dan kan je altijd een afspraak maken met een kinderfysiotherapeut. Wij komen bij baby’s altijd aan huis. Vraag wel even een verwijzing van het consultatiebureau of de huisarts.

Dit ben ik
Ik ben Annemarie van der Kraan, kinderfysiotherapeut bij (Kinder)Fyzie in Amersfoort. Na de opleiding fysiotherapie heb ik met veel plezier de opleiding kinderfysiotherapie gevolgd. Vooral kinderen van 0 tot 4 jaar vind ik een bijzondere en mooie leeftijdsgroep waarin je, samen met de ouders, de eerste stappen in hun motorische ontwikkeling volgt en hen daarin begeleidt. Met elkaar plezier hebben in bewegen is een mooi doel op welke leeftijd ook!
Website: www.fyzie.nl
