Slapen op het kinderdagverblijf kan best moeilijk zijn

Zo belabberd als je je voelt na een gebroken nacht, zo ‘als herboren’ voel je je na een goede nachtrust. Je bent vrolijk(er), hebt energie voor tien (of negen; laten we niet overdrijven), kortom; je kunt de wereld weer aan! Slapen is essentieel. Natuurlijk geldt dit ook voor je kindje. Maar wat als het slapen op de kinderopvang bij je oogappel niet zo soepel verloopt? Dan zijn tips om je kindje beter te laten slapen vast welkom!

De slaapcyclus van je baby duurt gemiddeld vijfenveertig minuten en bestaat uit twee fases. De actieve slaap en de stille slaap. De actieve fase is de fase waarin je kind nog licht slaapt en bewegelijker is. Soms zie je dan nog een lachje, worden er wat geluidjes gemompeld en maakt je kind misschien soms snelle oogbewegingen. De stille slaap is de fase waarin je kind diep slaapt en rustiger is. In deze fase ligt je dromelot vaak heel stil en wordt niet snel wakker door geluiden. Na de slaapcyclus (dus na het doorlopen van deze twee fases) zijn er twee opties: je kind wordt wakker of slaapt verder en begint aan een nieuwe slaapcyclus van vijfenveertig minuten. Maak je je kind midden in een slaapcyclus wakker, dan is hij/zij nog niet voldoende uitgerust en opgeladen. De prikkels zijn nog niet verwerkt, dus je hummel zal niet in zijn/haar hum zijn. Zorg er dus voor dat je je kind pas na de slaapcyclus wakker maakt.

Op het kinderdagverblijf komen er meer prikkels op je kindje af dan thuis. Het zal dan ook voorkomen dat je uk bij thuiskomst heel wat traantjes laat en soms ontroostbaar lijkt. Hij/zij heeft nogal wat te verwerken. Daarvoor heeft hij/zij slaap nodig, maar hij/zij heeft moeite om de slaap te vatten. Wat kan helpen is om je kind bij thuiskomst altijd minstens tien minuutjes onverdeelde aandacht te geven. Knuffelen, oogcontact, een liedje te zingen, even samen spelen, etc. Dus echt met je aandacht bij je kind zijn. Blijft je kind huilerig dan helpt het om hem/haar te stopwiegen.
Stopwiegen? Dat lichten we even toe. Stopwiegen houdt in dat je je kind wiegt en na een tijdje juist stilhoudt. In het begin wieg je langer dan dat je stopt en na verloop van tijd stop je langer dan dat je wiegt. Door het lijfje in stapjes tot stilstand te brengen, bereid je de hersenen van je kind voor op het slapen. Wat ook meewerkt is dat je zelf als ouder rust uitstraalt. Dit kan een uitdaging zijn, want je hebt zelf misschien ook een drukke dag gehad en wat prikkels te verwerken. Bedenk dat jouw onrust voelbaar is voor je kleintje. Lastig maar ook juist heel mooi. Het is namelijk iets waar je invloed op hebt. Lukt het je om rust in jezelf te vinden, dan help je niet alleen jezelf maar ook je kindje. Samen kunnen jullie de wereld weer aan. En de nacht. Welterusten.

Op het kinderdagverblijf is slapen voor je kindje anders. Er zijn meer prikkels met het spelen. Ook zijn de slaapomstandigheden anders. Lukt het jouw kindje niet goed om op de kinderopvang te slapen, dan kan je kijken hoe je de slaapomstandigheden op het kinderdagverblijf kunt verbeteren. Als je kindje thuis komt en nog even tot rust moet komen, geef hem/haar dan even echte aandacht. Probeer zelf rust uit te stralen en ga eventueel stopwiegen. Heel veel succes met jouw schone slaper.